door: Maurice Schippers
Wat enthousiast was ik dat we weer mochten schaken. Na bijna twee maand geen stukken aangeraakt te hebben, mochten we eindelijk weer los. Wát héérlijk. En dan ook nog meteen tegen topteam Apeldoorn. Leuk affiche. Ik kon echt niet wachten. Het kan zijn dat ik iets te naïef geweest ben. De ene afmelding na de andere druppelde de GC-app binnen. Corona hier, vakantie daar, ziekte elders: het hield niet op. In een 75 tellende mailwisseling met de captains van het tweede en derde team werd één ding duidelijk: het zou een hels karwei om alle borden gevuld te krijgen. Om het nog erger te maken had GC haar eigen Sébastien Haller-momentje: geen kruisje bij de naam Jorden van Foreest. Met het schaamrood op de kaken moest ik de winnaar van Tata-Steel 2021 vertellen dat hij helaas niet kon spelen omdat hij (nog) geen lid is van GC. De klus leek inmiddels onmogelijk. Maar dat woord staat niet in mijn woordenboek. Zoals mijn oma altijd zei: ‘wil ik niet ligt op het kerkhof en kan ik niet ligt ernaast’. Een andere wijsheid van haar hield mij op de been: ‘gewoon doorgaan’.
We moesten outside-the-box denken: alle ‘logische’ invallers waren niet beschikbaar. Dus besloot ik op mijn broerlief eens lief aan te kijken. Hij was dit seizoen voor het eerst sinds 12 jaar weer lid geworden van een club en was in zijn jeugdige jaren absoluut een talent! Maar ja, hij had al 12 jaar geen klassieke partij gespeeld. ‘Nou, vooruit als het écht niet anders kan’ was de niet al te enthousiaste reactie van Philippe. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht: zou het dan toch mogelijk zijn om tien borden gevuld te krijgen? Daarnaast hadden we Fons van Hamond en Bart Beijer bereid gevonden om hun geluk in de Meesterklasse te beproeven. We waren zo waar compleet!
Vrijdagavond rond de klok van 21.00 uur in Almelo. Ik had net tevreden een biertje op toen Erik Hoeksema mij appt: ‘Maurice, sorry, ik kan morgen niet spelen, corona-gerelateerd.’ Hoe was dit nou mogelijk? Zouden we dan écht een bord moeten leeg laten? Op zaterdagochtend 09.30 (drie kwartier voordat de trein richting Apeldoorn zou vertrekken) diende de laatste broodnodige invaller zich aan: Alef Boer. Dit werd mede mogelijk gemaakt doordat GC2 en GC3 in overleg met de tegenstanders hadden besloten om op minder borden te spelen. We hadden maar liefst vier invallers en een duizelingwekkende gemiddelde rating van 2117. Als teamleider was ik al lang tevreden dat ik überhaupt tien mensen gevonden had en zodoende arriveerde er rond 12.30 bij het Denksportcentrum Noord in Apeldoorn een prachtige mix van mensen: drie leden van de Schippers familie, twee oud-captains van het eerste, een broodschaker, twee talenten en twee invallers die graag met de zwarte stukken spelen. Eentje ging zelfs zover dat hij zei: ‘ik wil zwart, anders meld ik me af als lid van de club’. ‘U vraagt, wij draaien, meneer’ dacht ik. En zo kroop Fons van Hamond (1940) tegen IM Merijn van Delft (2393) achter het bord. Een draak van een pot. Letterlijk welteverstaan. Een Draak uit het boekje: de Engelse aanval afslaan, dames ruilen en richting het eindspel manoeuvreren. Dit leek toch een remise te worden! De eerste stunt was dus grotendeels in de maak.
Na twee uur gespeeld te hebben, liep ik eens langs de borden. Sipke Ernst (2530) op bord 1 met de witte stukken tegen Thomas Beerdsen (2510). Het zag er erg goed uit wat onze grootmeester liet zien: een breed centrum, mooie verdubbelde torens op de open f-lijn, dit leek veelbelovend! Op bord twee met de zwarte stukken zat Alef die tegen Tim Lammens heel snel afwikkelde naar een onprettig ogend eindspel. Met wat bloed, zweet en een heleboel tranen was dit mogelijk nog remise te keepen, dacht ik hoopvol. Op bord 3 zat ik zelf tegen Roeland Pruijssers en ik had na 2 uur een hele goede stelling opgebouwd. Op bord 4 zat Machteld (2175) met zwart tegen Stefan Kuipers (2469). De stelling leek prettig voor wit, maar oké, nog niet verloren. Ik telde mijn zegingen. Ik schuifelde naar bord 5: Jonas (2266) tegen Max (2603!). Ook hier leek het prettig voor GC: een goede voorbereiding van Jonas leverde hem een goede stelling op en bovenal veel meer tijd op de klok. Op bord 6 zat met (alweer voor de 5e keer dit seizoen) zwart Anna Warakomska (2289) tegen mijn goede vriend Nico Zwirs (2453). Ik snapte niet veel van de stelling, zoals wel vaker het geval is, maar vertrouwde erop dat Anna wist wat ze aan het doen was. So far so good. Op bord 7 zag ik Bart Beijer (1651) tegen Stefan Colijn (2308) aan het werk. En wat ik zag, beviel me uitstekend: Bart had het centrum, een mooie loper, een goede ontwikkeling en ik begon stiekem te hopen…zou hier het (bijna) onmogelijke mogelijk zijn?
Uiteraard moest ik nog langs een aantal borden maar ik had in ieder geval een goed gevoel. Zoals beschreven zat op bord 8 Fons met een prima Draak waar ik vertrouwen in had. Dan naar bord 9. Philippe Schippers. Zijn nationale rating staat op 1637 maar die is van 12 jaar geleden. Hij mocht aantreden tegen Sjef Rijnaarts, een sterke speler met 2350. Dit zou wat worden. Philippe had tijdens de treinreis zijn databundel leeg getrokken om, jawel, voor te bereiden! Met de openingsverkenner van Lichess had hij een strijdplan bedacht. En hij kreeg het zowaar op het bord. Ik moest glimlachen toen ik bij zijn bord stond: hij stond gelijkwaardig. Ik wist ook dat het moeilijkste gedeelte van de partij nog moest komen. Op bord 10 had Jasper Geurink (2267) tegen Arthur vd Oudeweetering (2250) een gelijkwaardige stelling. Het totaalplaatje zag er rond 15.00 uur veelbelovend uit, maar ik weet ook uit ervaring dat hoe later het wordt, hoe meer het ratingverschil zich laat gelden. Ik rekende mij dan ook nog zeker niet rijk. Terug naar het bord. Snel Schippers, je was alweer aan zet.
Inmiddels druppelden de eerste resultaten binnen. Op bord 1 had Sipke inderdaad overtuigend gewonnen en op bord 2 was het halfje binnengesleept na een, naar mijn mening, te vroeg aangenomen remiseaanbod van Tim. Wit had een prettig eindspel en Tim had Alef nog een aantal uur kunnen laten spartelen voor het halfje. We stonden dus zelfs voor. Inmiddels was er bij mij op het bord een razend scherpe stelling ontstaan waardoor ik niet heel veel meer meegekregen van de overige borden.
Voor kerst heb ik het boek ‘Small Steps to Big Improvement’ van Sam Shankland gekregen. Het boek draait, zoals de titel doet vermoeden, om pionzetten. De les die je dient te leren luidt: ‘Wees voorzichtig met pionzetten want ze mogen niet meer terug en maken soms meer velden zwak dan je lief is.’ Ik gaf hier echter weinig gehoor aan: e4, e5, d4, c4, a4, g4 en f4, ze kwamen allemaal op het bord. Ik stond erg goed en had nóg een pionzet moeten spelen voor enorm groot voordeel: f5! Die pionzet zou de ontmanteling van de zwarte koningsstelling betekenen maar ik speelde hem niet en verloor niet veel later de controle. In tijdnood heb ik mogelijk nog wat gemist, maar hier neem ik mezelf niks kwalijk: Roeland schaakte op dat moment veel beter dan ik. M. Schippers – R. Pruijssers 0-1. Terug naar het boek van Shankland…!
Op het bord naast mij stond, zo leek het toch althans, een gelijke stelling tussen Machteld en Stefan. Misschien had zwart wat druk, maar nadat de dames waren geruild, leek het mij remise te worden. ‘Terug naar je eigen bord, Maurice, er is hier genoeg werk aan de winkel’. Voor mijn gevoel slecht twee tellen later keek ik weer naast mij (ik kon het niet laten) en ik schrok me een hoedje. Waar een moment geleden nog hetzelfde aantal stukken (beide een toren, aantal pionnen en 2 lichte stukken) stonden, was de stelling ineens verandert naar 3 pionnen voor wit tegen een loper en een pion voor Machteld. Machteld maakte een zeer zelfverzekerde indruk en het puntje werd keurig binnengehaald. Voor Stefan restte niets anders dan op te geven en Machteld een welverdiende boks te geven. Dat was een lekker resultaat! Ik had een dodelijke kruispenning gemist, blijkbaar!
Bart had uiteindelijk verloren na een spannende strijd en ook Jonas leek het lastig te hebben tegen Max. Niet veel later moest hij opgeven. Anna was eveneens in het nauw gedreven door de sublieme voorbereiding van haar tegenstander. Ze vocht als een Poolse adelaar maar het mocht helaas niet baten. Ze verloor na een interessant gevecht. Fons had dus het halfje binnen gesleept en Jasper op bord 10 sloeg, zo werd mij later verteld, een remiseaanbod af. Misschien voelde hij druk om te winnen met vier invallers maar aan de invallers lag het zeker niet! Hij verloor uiteindelijk jammer genoeg en zo rest mij enkel nog de partij van mijn broertje te bespreken.
Na een gesloten Siciliaan nam Philippe het initiatief en had een lekker centrum met d4, e4 en f4. Hij speelde heel geconcentreerd en Sjef begon steeds meer te zweten. Philippe miste her en der een kansje om groot voordeel te halen en wikkelde af naar een remise-achtig eindspel. Ik kwam kijken en was vervuld van trots: hij zou dit zeker weten remise maken.
Al met al een memorabele dag die uiteindelijk jammer genoeg verloren ging met 6,3 – 3,5. Met een gemiddeld ratingverschil van 300 punten was dit een niet eens zo slecht resultaat. GC heeft haar huid duur verkocht en zelfs een aantal mooie persoonlijke succesjes geboekt. Niet genoeg voor de winst, maar in alle eerlijkheid had ik daar geen enkel moment echt op gerekend. Desalniettemin kijk ik met trots terug op deze dag die we ondanks alle corona-perikelen goed zijn doorgekomen!
Gedetailleerde uitslagen
Naspelen met engine kan op onze lichess-pagina